Erfgoed, de emotie van vergankelijkheid

“Je zou er een onwijs leuk dingetje van kunnen maken.”

Voor een jubileumgesprek met Liesbeth van der Pol word ik ontvangen in de creatieve en inspirerende ‘werkloft’ van Dok architecten met een fraai uitzicht over het IJ – gebouwd op de fundamenten van het voormalige kraanspoor op het NDSM terrein in Amsterdam Noord.

Daar waar vroeger de kranen stonden waarmee de mammoettankers van de NDSM werden afgebouwd wordt de architectuur van nu ontworpen.

De pijlers waar ook onze stichting op rust  – herbestemming, industrieel erfgoed en architectuur – komen hier op een mooie manier samen. Een logischer plek voor dit gesprek kun je bijna niet bedenken, zeker wanneer ik later verneem dat van der Pol naast architect, voormalig Rijksbouwmeester ook bestuurslid is van Hendrick de Keyser Monumenten – de vereniging die zich inzet voor het behoud van historisch waardevolle huizen.

De eerste keer dat van der Pol van onze stichting hoorde was tijdens de bekendmaking van ‘het beste kleine gebouw van Den Bosch’ dat zij mocht presenteren en waar het brugwachtershuisje ‘Camping Koffietent’ van Stichting Weeshuisjes de prijs won. Het spetterende enthousiasme en de volle overtuiging van de makers bewijst volgens van der Pol dat steden meer van dit soort initiatieven nodig heeft waar je blij van wordt wanneer je door een stad loopt. Niet alleen omdat de  brugwachtershuisjes een hoog aaibaarheidsgehalte hebben, maar ook omdat het unieke objecten in de wereld zijn omdat ze direct verweven zijn met de Nederlandse Delta en het tot in de perfectie inregelen van dit landschap.

Het verhaal van het water
Van der Pol geeft aan dat mensen geen idee hebben welke schoonheid er om ze heen is wanneer ze een brug oversteken. En de aardigheid is dat je dat vanuit die brugwachtershuisjes wel hebt. Je wordt daar gedwongen om in de rondte te kijken

‘Ik vind het een heel belangrijk ding wat jullie doen. Ik denk dat sowieso de wateropgave voor de komende jaren steeds belangrijker wordt. Dat zie je nu al, als je ziet hoe de toestand rondom ons water aan het veranderen is dan denk ik dat we het besef van water moeten verhogen. Water is niet iets dat zomaar uit de kraan komt,’

De huisjes – die een signaalfunctie hebben – zouden retraiteplekken moeten zijn voor vele mensen die bezig zijn met de wateropgave. Het zou goed zijn wanneer er een geëngageerd belang komt vanuit ons over hoe wij al van vroeger de waterpeilen in de smiezen hielden, duidt van der Pol.

Van der Pol is als bestuurslid van Hendrick de Keyser Monumenten bekend met het herbestemmen van erfgoed en de historie van het waterbeheer. Hendrick de Keyser Monumenten bezit onder andere een aantal gemeenlandhuizen – de voormalige bestuurszetels van de huidige waterschappen. Zij keken naar het waterpeil en bepaalden wat er moest gebeuren en hadden daarmee macht over het achterland met de polders. Dit gevoel van importantie zijn we kwijt, ons waterbeheer is volledig geoptimaliseerd, aldus van der Pol.

Gevraagd naar haar meest favoriete brugwachtershuisje hoeft van der Pol niet lang na te denken. “Het ronde huisje naast het scheepvaartmuseum in Amsterdam”. Voor de renovatie van het museum maakte het bureau van van der Pol het masterplan en heeft toen het museum en de omgeving goed bestudeerd. “Een moment heb ik gedacht, kunnen we geen brug maken vanuit het huisjes recht het museum in?”. Het huisje heeft volgens haar de ultiem voor een brugwachtershuisje, de ronde vorm  geeft het gevoel van de betekenis van de plek. Het biedt zowel overzicht op de schepen, als op het vaste land. “Het geeft een soort rust, het feit dat je je verheft boven het land als je daar zit. Dan vind ik rond ook wel sympathiek, vaak zijn de huisjes wat gecompliceerd.”

De jonge architect
Van der Pol vertelt dat voor het ontwerp van de vroegere brugwachtershuisjes Rijkswaterstaat destijds altijd op zoek was naar de beste architectuur en beste – vaak jonge – architecten. Het ontwerpen van een brugwachtershuisje kent een heel bijzonder programma en was – zeker voor een jonge architect – een fantastische opdracht, compact met een trap en van alle kanten zichtbaar. Een meesterlijke opgave dat in de meeste gevallen prachtige objecten heeft opgeleverd.

Van der Pol enthousiast: “Het zou fantastisch zijn wanneer jonge architecten nu weer met zo’n opgave op pad stuurt. Beschouw de bestaande brugwachtershuisjes bijvoorbeeld met een camper, die wat ruimte betreft vergelijkbaar zijn. Een camper is slim ingericht. Zorg dat alles erin zit, dat het ruimtelijk is en toch het huisje blijft – je zou er een onwijs leuk dingetje van kunnen maken.”

De toekomst van het erfgoed
Een van de belangrijkste taken waar we voor staan is volgens van der Pol het verduurzamen van ons erfgoed. Een van de allermoeilijke opgaven van nu, maar het moet gebeuren anders wordt erfgoed iets van wat nog wel kunt doen maar je niet meer kunt gebruiken – een soort speeltje.

Het vraagt een grote een omslag om uiteindelijk te besluiten om op die oude pannen toch zonnepanelen te leggen, toch te isoleren ook al is het voor de ventilatie minder. Het is onze opgave om systemen te bedenken die deze keuzes en aanpassingen te kunnen beoordelen.

Van der Pol is optimistisch, “Door mensen in stichtingen als het onze geeft dat het diepere vertrouwen dat heel veel mensen op deze aarde zich de moeite getroosten om ons erfgoed in stand te houden. Ik zie erfgoed nog altijd iets dat een hoge mate van sentiment heeft – iedereen herkend erfgoed – de herinnering aan vroeger. Erfgoed is iets wat we heel hard nodig hebben. Het is een emotie die we diep van binnen voelen, de emotie van de vergankelijkheid.”


Tekst: Lex de Jong

Foto’s: Brenda van Leeuwen fotografie (portret Liesbeth van der Pol) en Lex de Jong